Le participe passé avec avoir/être Partager Copié !
Le participe passé est formé avec 'hebben' ou 'zijn' et un verbe, comme 'gewerkt', 'gelopen'.
Grammatica: Het voltooid deelwoord met hebben/zijn
A1 Néerlandais passé composé
Niveau: A1
Module 6: De stad en het dorp (La ville et le village)
Leçon 38: Dagelijkse diensten (Services quotidiens)
Directives pédagogiques +/- 15 minutes
Audio et vidéo
- Formule : Personne + avoir/être + participe passé
- Utilisation de 'hebben' et 'zijn' : 'zijn' pour mouvement/changement, 'hebben' pour les autres verbes.
Vorming voltooid deelwoord (Formation du participe passé) | Type werkwoord (verbe) | Voorbeeld (Exemple) |
---|---|---|
Ge + stam + d | Algemene regel (Règle générale) | Ik ben verhuisd (J'ai déménagé) Wij hebben gewoond (Nous avons habité) |
Ge + stam + t | Werkwoorden met een stam die eindigt op -t, -k, -f, -s, -c, -h, -p (Les verbes avec un radical se terminant par -t, -k, -f, -s, -c, -h, -p) | Jij hebt gekookt (Tu as cuisiné) Zij heeft gewacht (Elle a attendu) |
Stam + t/d | Werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her- mis-, ont-, ver- (Verbes qui commencent par be-, er-, ge-, her-, mis-, ont-, ver-) | Ik heb gebruikt (J'ai utilisé) Het is veranderd (Ça a changé) |
Des exceptions !
- Certains verbes ont un participe passé irrégulier, comme "geweest".
- Si le radical du verbe se termine par l'une des consonnes dans le mot softketchup (s, f, t, k, ch, p), le participe passé reçoit un -t ; sinon il reçoit un -d.
Exercice 1: Het voltooid deelwoord met hebben/zijn
Instruction: Remplissez le mot correct.
is, hebt, gebouwd, geleend, heb, zijn, gewacht, gesport, verstuurd, hebben, gepland, heeft, geopend, gegaan
Exercice 2: Traduire et utiliser dans une phrase
Instruction: Choisissez un mot, traduisez-le et utilisez-le dans une phrase ou un dialogue.
1
hebben
ont
2
gepland
prévu
3
geleend
emprunté
4
gekookt
cuisiné