10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Zien (voir) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de zien (voir) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Zien (voir) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Décrire des objets et des personnes)

Leçon 26: Zintuigen en waarnemen (Sens et perception)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zien (voir) gezien (vu)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) zie je vois
(jij) ziet/zie tu vois/vois
(hij/zij/het) ziet il/elle/on voit
(wij) zien nous voyons
(jullie) zien vous voyez
(zij) zien ils voient

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) zag je voyais
(jij) zag / zagde tu voyais
(hij/zij/het) zag il/elle/on a vu
(wij) zagen nous avons vu
(jullie) zagen vous avez vu
(zij) zagen ils ont vu

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gezien j'ai vu
(jij) hebt/gezien tu as vu
(hij/zij/het) heeft gezien il/elle/on a vu
(wij) hebben gezien nous avons vu
(jullie) hebben gezien vous avez vu
(zij) hebben gezien ils ont vu

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gezien j'ai vu
(jij) hebt gezien tu as vu
(hij/zij/het) heeft gezien il/elle/on a vu
(wij) hebben gezien nous avons vu
(jullie) hebben gezien vous avez vu
(zij) hebben gezien ils ont vu

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gezien hebben/zijn je verrai/aurai vu
(jij) zult/zal gezien hebben/zijn tu auras vu
(hij/zij/het) zal gezien hebben/zijn il/elle/verra
(wij) zullen gezien hebben/zijn nous verrons
(jullie) zullen gezien hebben/zijn vous verrez
(zij) zullen gezien hebben/zijn ils auront vu

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal hebben gezien j'aurai vu
(jij) zult/zal hebben gezien tu auras vu
(hij/zij/het) zal hebben gezien il/elle aura vu
(wij) zullen hebben gezien nous aurons vu
(jullie) zullen hebben gezien vous aurez vu
(zij) zullen hebben gezien ils auront vu
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou zien je verrais
(jij) zou zien tu verrais
(hij/zij/het) zou zien il/elle/on verrait
(wij) zouden zien nous verrions
(jullie) zouden zien vous verriez
(zij) zouden zien elles verraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gezien hebben j'aurais vu
(jij) zou gezien hebben tu aurais vu
(hij/zij/het) zou gezien hebben il aurait vu
(wij) zouden gezien hebben nous aurions vu
(jullie) zouden gezien hebben vous auriez vu
(zij) zouden gezien hebben ils auraient vu
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Zie! vois