Zich voorstellen (se présenter) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de zich voorstellen (se présenter) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Zich voorstellen (se présenter) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 1: Jezelf voorstellen (Se présenter)

Leçon 2: Je naam zeggen (Dire ton nom)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich voorstellen (Se présenter) zich voorgesteld (se présenter)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) stel me voor je me présente
(jij) stelt je voor / stel je voor tu te présentes
(hij/zij/het) stelt zich voor il/elle/on se présente
(wij) stellen ons voor nous nous présentons
(jullie) stellen je voor vous vous présentez
(zij) stellen zich voor ils se présentent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) stelde me voor je me suis présenté
(jij) stelde je voor tu te présentais
(hij/zij/het) stelde zich voor il/elle/on se présentait
(wij) stelden ons voor nous nous sommes présentés
(jullie) stelden je voor vous vous présentiez
(zij) stelden zich voor ils se présentaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb me voorgesteld Je me suis présenté
(jij) hebt je voorgesteld tu t'es présenté
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld il/elle/on s'est présenté
(wij) hebben ons voorgesteld nous nous sommes présentés
(jullie) hebben je voorgesteld vous vous êtes présentés
(zij) hebben zich voorgesteld ils se sont présentés

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb me voorgesteld je me suis présenté
(jij) hebt je voorgesteld tu t'es présenté
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld il/elle s'est présenté
(wij) hebben ons voorgesteld nous nous sommes présentés
(jullie) hebben je voorgesteld vous vous êtes présentés
(zij) hebben zich voorgesteld ils se sont présentés

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal me hebben voorgesteld je me présenterai
(jij) zult/zal je hebben voorgesteld tu te seras présenté
(hij/zij/het) zal zich hebben voorgesteld il/elle/on se sera présenté
(wij) zullen ons hebben voorgesteld nous nous serons présentés
(jullie) zullen je hebben voorgesteld vous vous serez présentés
(zij) zullen zich hebben voorgesteld Ils se seront présentés

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal/zou mij hebben voorgesteld je me serai présenté / je me serais présenté
(jij) zult/zou jij je hebben voorgesteld tu te seras présenté / tu te serais présenté
(hij/zij/het) zal/zou zich hebben voorgesteld il/elle/se sera présenté
(wij) zullen/zouden ons hebben voorgesteld nous nous serons présentés/nous nous serions présentés
(jullie) zullen/zouden je hebben voorgesteld vous aurez/auriez vous être présenté
(zij) zullen/zouden zich hebben voorgesteld ils se seront/seraient présentés
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou me voorstellen je me présenterais
(jij) zou je voorstellen tu te présenterais
(hij/zij/het) zou zich voorstellen il/elle/on se présenterait
(wij) zouden ons voorstellen nous nous présenterions
(jullie) zouden je/jullie voorstellen vous vous présenteriez
(zij) zouden zich voorstellen ils se présenteraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou mij hebben voorgesteld je me serais présenté
(jij) zou je hebben voorgesteld tu te serais présenté
(hij/zij/het) zou zich hebben voorgesteld il/elle/on se serait présenté
(wij) zouden ons hebben voorgesteld nous nous serions présentés
(jullie) zouden je hebben voorgesteld vous vous seriez présenté
(zij) zouden zich hebben voorgesteld ils se seraient présentés
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Stel me voor! Présente-toi