Verkopen (vendre) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de verkopen (vendre) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Verkopen (vendre) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Au jour le jour)

Leçon 19: Prijzen en geld (Prix et argent)

Infinitief Voltooid deelwoord
Verkopen (vendre) Verkocht (Vendu)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) verkoop je vends
(jij) verkoopt/ verkoop tu vends
(hij/zij/het) verkoopt il/elle vend
(wij) verkopen nous vendons
(jullie) verkopen vous vendez
(zij) verkopen ils vendent
Missing tense!

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb verkocht j'ai vendu
(jij) hebt verkocht / hebt verkocht tu as vendu
(hij/zij/het) heeft verkocht il/elle a vendu
(wij) hebben verkocht nous avons vendu
(jullie) hebben verkocht vous avez vendu
(zij) hebben verkocht ils ont vendu

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb verkocht j'ai vendu
(jij) hebt verkocht / hebt verkocht? tu as vendu / as vendu
(hij/zij/het) heeft verkocht il/elle a vendu
(wij) hebben verkocht nous avons vendu
(jullie) hebben verkocht vous avez vendu
(zij) hebben verkocht ils ont vendu

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal verkopen je vendrai
(jij) zult verkopen / zal verkopen tu vendras
(hij/zij/het) zal verkopen il/elle/il vendra
(wij) zullen verkopen nous vendrons
(jullie) zullen verkopen vous vendrez
(zij) zullen verkopen ils vendront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal verkocht hebben j'aurai vendu
(jij) zal verkocht hebben / zult verkocht hebben tu auras vendu
(hij/zij/het) zal verkocht hebben il aura vendu
(wij) zullen verkocht hebben nous aurons vendu
(jullie) zullen verkocht hebben vous aurez vendu
(zij) zullen verkocht hebben ils auront vendu
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou verkopen je vendrais
jij zou verkopen tu vendrais
hij/zij/het zou verkopen il/elle/on vendrait
wij zouden verkopen nous vendrions
jullie zouden verkopen vous vendriez
zij zouden verkopen Ils/elles vendraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou verkocht hebben j'aurais vendu
jij zou verkocht hebben / zou je verkocht hebben tu aurais vendu / aurais-tu vendu
hij/zij/het zou verkocht hebben Il/elle/on aurait vendu
wij zouden verkocht hebben nous aurions vendu
jullie zouden verkocht hebben vous auriez vendu
zij zouden verkocht hebben Ils/elles auraient vendu
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Verkoop! vends