10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Sturen (envoyer) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif)

Sturen (envoyer) - Conjugaison des verbes et exercices

Sturen - Conjugaison de envoyer en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au présent continu, mode indicatif (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif)

Toutes les conjugaisons et les temps: Sturen (envoyer) - Conjugaison des verbes et exercices

Programme : cours de néerlandais - Van postkantoor naar e-mail (De la poste au courrier électronique)

Conjugaison de envoyer au présent

Néerlandais Français
(ik) stuur j'envoie
(jij) stuurt/stuur tu envoies/envoyes
(hij/zij/het) stuurt il/elle/on envoie
(wij) sturen nous envoyons
(jullie) sturen vous envoyez
(zij) sturen ils envoient

Exemples de phrases

Néerlandais Français
Ik stuur het e-mailadres van de vrouw. J'envoie l'adresse e-mail de la femme.
Jij stuurt het telefoonnummer aan de man. Tu envoies le numéro de téléphone à l'homme.
Hij stuurt het huisnummer per post. Il envoie le numéro de la maison par la poste.
Wij sturen het contact en de postcode door. Nous transmettons le contact et le code postal.
Jullie sturen de geboortedatum naar het kantoor. Vous envoyez la date de naissance au bureau.
Zij sturen de geboorteplaats aan de manager. Ils envoient le lieu de naissance au manager.

Exercice: Conjugaison des verbes

Instruction: Choisissez la bonne forme.

Afficher la traduction Montrez les réponses

stuurt, <strong>stuur, sturen, stuur

1.
Jij ...t het telefoonnummer aan de man.
(Tu envoies le numéro de téléphone à l'homme.)
2.
Ik ... het e-mailadres van de vrouw.
(J'envoie l'adresse e-mail de la femme.)
3.
Wij ... het contact en de postcode door.
(Nous transmettons le contact et le code postal.)
4.
Hij ... het huisnummer per post.
(Il envoie le numéro de la maison par la poste.)
5.
Jullie ... de geboortedatum naar het kantoor.
(Vous envoyez la date de naissance au bureau.)
6.
Zij ... de geboorteplaats aan de manager.
(Ils envoient le lieu de naissance au manager.)