Reageren (réagir) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de reageren (réagir) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Reageren (réagir) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Société et gouvernement)

Leçon 10: Heb je het nieuws gehoord? (As-tu entendu les nouvelles ?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Reageren (réagir) Gereageerd (réagi)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) reageer je réagis
(jij) reageert/reageer tu réagis
(hij/zij/het) reageert il/elle/on réagit
(wij) reageren nous réagissons
(jullie) reageren vous réagissez
(zij) reageren ils réagissent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) reageerde je réagissais
(jij) reageerde/reageerde tu as réagi
(hij/zij/het) reageerde il/elle a réagi
(wij) reageerden nous avons réagi
(jullie) reageerden vous avez réagi
(zij) reageerden ils réagissaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gereageerd j'ai réagi
(jij) hebt gereageerd/heb gereageerd tu as réagi
(hij/zij/het) heeft gereageerd il/elle/on a réagi
(wij) hebben gereageerd nous avons réagi
(jullie) hebben gereageerd vous avez réagi
(zij) hebben gereageerd ils ont réagi

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gereageerd j'ai réagi
(jij) hebt gereageerd/heb gereageerd tu as réagi
(hij/zij/het) heeft gereageerd il/elle/on a réagi
(wij) hebben gereageerd nous avons réagi
(jullie) hebben gereageerd vous avez réagi
(zij) hebben gereageerd ils ont réagi

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal reageren je réagirai
(jij) zult reageren / zal reageren tu répondras
(hij/zij/het) zal reageren il/elle réagira
(wij) zullen reageren nous réagirons
(jullie) zullen reageren vous réagirez
(zij) zullen reageren ils réagiront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal hebben gereageerd j'aurai réagi
(jij) zal/zult hebben gereageerd tu auras réagi
(hij/zij/het) zal hebben gereageerd il/elle aura réagi
(wij) zullen hebben gereageerd nous aurons réagi
(jullie) zullen hebben gereageerd vous aurez réagi
(zij) zullen hebben gereageerd ils auront réagi
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou gereageerd hebben j'aurais réagi
jij zou gereageerd hebben tu réagirais
hij/zij/het zou gereageerd hebben il/elle/on aurait réagi
wij zouden gereageerd hebben nous réagirions
jullie zouden gereageerd hebben vous réagiriez
zij zouden gereageerd hebben ils auraient réagi

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gereageerd hebben j'aurais réagi
(jij) zou gereageerd hebben tu aurais réagi
(hij/zij/het) zou gereageerd hebben il/elle/on aurait réagi
(wij) zouden gereageerd hebben nous aurions réagi
(jullie) zouden gereageerd hebben vous auriez réagi
(zij) zouden gereageerd hebben ils auraient réagi
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Reageer! Réagis