Onderhandelen (négocier) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de onderhandelen (négocier) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Onderhandelen (négocier) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 6: Op het werk (Au travail)

Leçon 40: Kantoor en vergaderingen (Bureau et réunions)

Infinitief Voltooid deelwoord
Onderhandelen (négocier) Onderhandeld (négocié)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) onderhandel je négocie
(jij) onderhandelt/onderhandel tu négocies
(hij/zij/het) onderhandelt il/elle négocie
(wij) onderhandelen nous négocions
(jullie) onderhandelen vous négociez
(zij) onderhandelen Chargement de la traduction...

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) onderhandelde Chargement de la traduction...
(jij) onderhandelde/onderhandelde Chargement de la traduction...
(hij/zij/het) onderhandelde Chargement de la traduction...
(wij) onderhandelden nous négociions
(jullie) onderhandelden vous négociiez
(zij) onderhandelden ils négociaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb onderhandeld j'ai négocié
(jij) hebt onderhandeld / hebt onderhandeld? tu as négocié
(hij/zij/het) heeft onderhandeld il/elle a négocié
(wij) hebben onderhandeld nous avons négocié
(jullie) hebben onderhandeld Chargement de la traduction...
(zij) hebben onderhandeld Chargement de la traduction...

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
ik heb onderhandeld j'ai négocié
jij hebt onderhandeld / heb jij onderhandeld tu as négocié / as-tu négocié
(hij/zij/het) hij heeft onderhandeld Chargement de la traduction...
wij hebben onderhandeld Chargement de la traduction...
jullie hebben onderhandeld Chargement de la traduction...
zij hebben onderhandeld ils ont négocié

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal onderhandelen je négocierai
(jij) zult onderhandelen/zal onderhandelen tu négocieras
(hij/zij/het) zal onderhandelen il/elle/on va négocier
(wij) zullen onderhandelen Chargement de la traduction...
(jullie) zullen onderhandelen Chargement de la traduction...
(zij) zullen onderhandelen Chargement de la traduction...

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal onderhandeld hebben j'aurai négocié
(jij) zul/zal onderhandeld hebben tu auras négocié
(hij/zij/het) zal onderhandeld hebben il aura négocié
(wij) zullen onderhandeld hebben nous aurons négocié
(jullie) zullen onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
(zij) zullen onderhandeld hebben ils auront négocié
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou onderhandelen je négocierais
jij zou onderhandelen / zou jij onderhandelen tu négocierais
hij/zij/het zou onderhandelen Chargement de la traduction...
wij zouden onderhandelen Chargement de la traduction...
jullie zouden onderhandelen Chargement de la traduction...
zij zouden onderhandelen ils négocieraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
(jij) zou onderhandeld hebben tu aurais négocié
(hij/zij/het) zou onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
(wij) zouden onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
(jullie) zouden onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
(zij) zouden onderhandeld hebben Chargement de la traduction...
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Onderhandel! tu négocies