10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Mengen (mélanger) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de mengen (mélanger) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Mengen (mélanger) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Au jour le jour)

Leçon 17: Koken en bakken (Cuisine et pâtisserie)

Infinitief Voltooid deelwoord
Mengen (Mélanger) Gemengd (mélangé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) meng je mélange
(jij) mengt tu mélanges
(hij/zij/het) mengt il/elle/on mélange
(wij) mengen nous mélangeons
(jullie) mengen vous mélangez
(zij) mengen ils mélangent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) mengde je mélange
(jij) mengde tu mélangeais
(hij/zij/het) mengde il/elle/on a mélangé
(wij) mengden nous mélangions
(jullie) mengden vous mélangiez
(zij) mengden ils mélangeaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gemengd j'ai mélangé
(jij) hebt/heb gemengd tu as mélangé
(hij/zij/het) heeft gemengd il/elle/on a mélangé
(wij) hebben gemengd nous avons mélangé
(jullie) hebben gemengd vous avez mélangé
(zij) hebben gemengd ils ont mélangé

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gemengd j'ai mélangé
(jij) hebt gemengd tu as mélangé
(hij/zij/het) heeft gemengd il/elle/on a mélangé
(wij) hebben gemengd nous avons mélangé
(jullie) hebben gemengd vous avez mélangé
(zij) hebben gemengd ils ont mélangé

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal mengen je mélangerai
(jij) zult mengen/zal mengen tu mélangeras
(hij/zij/het) zal mengen il/elle/on mélangera
(wij) zullen mengen nous mélangerons
(jullie) zullen mengen vous mélangerez
(zij) zullen mengen ils mélangeront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gemengd hebben j'aurai mélangé
(jij) zult/gij zal gemengd hebben tu auras mélangé
(hij/zij/het) zal gemengd hebben il/elle/on aura mélangé
(wij) zullen gemengd hebben nous aurons mélangé
(jullie) zullen gemengd hebben vous aurez mélangé
(zij) zullen gemengd hebben ils auront mélangé
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou mengen je mélangerais
(jij) zou mengen tu mélangerais
(hij/zij/het) zou mengen il/elle/on mélangerait
(wij) zouden mengen nous mélangerions
(jullie) zouden mengen vous mélangeriez
(zij) zouden mengen ils mélangeraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gemengd hebben je aurais mélangé
(jij) zou gemengd hebben tu aurais mélangé
(hij/zij/het) zou gemengd hebben il aurait mélangé
(wij) zouden gemengd hebben nous aurions mélangé
(jullie) zouden gemengd hebben vous auriez mélangé
(zij) zouden gemengd hebben ils auraient mélangé
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Mengen! mélange