Hebben (avoir) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif)

 Hebben (avoir) - Conjugaison des verbes et exercices

Hebben - Conjugaison d'avoir en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au présent continu, mode indicatif (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif)

Toutes les conjugaisons et les temps: Hebben (avoir) - Conjugaison des verbes et exercices

Programme : cours de néerlandais - Groeten en afscheid (Salutations et adieux)

Conjugaison du verbe avoir au présent de l'indicatif

Néerlandais Français
(ik) heb j'ai
(jij) hebt/heb tu as
(hij/zij/het) heeft il/elle a
(wij) hebben nous avons
(jullie) hebben vous avez
(zij) hebben ils ont

Exemples de phrases

Néerlandais Français
Ik heb een goedemorgen voor jou. Je te souhaite un bon matin.
Jij hebt een leuk gesprek vandaag. Tu as une agréable conversation aujourd'hui.
Hij heeft een aangename dag gewenst. Il a souhaité une agréable journée.
Wij hebben tot straks gezegd. Nous avons dit à tout à l'heure.
Jullie hebben tot morgen afgesproken. Vous avez rendez-vous jusqu'à demain.
Zij hebben hallo gezegd bij binnenkomst. Ils ont dit bonjour en entrant.

Exercice: Conjugaison des verbes

Instruction: Choisissez la bonne forme.

Afficher la traduction Montrez les réponses

heb, heeft, <strong>heb, hebben

1.
Ik ... een goedemorgen voor jou.
(Je te souhaite un bon matin.)
2.
Jij ...t een leuk gesprek vandaag.
(Tu as une agréable conversation aujourd'hui.)
3.
Hij ... een aangename dag gewenst.
(Il a souhaité une agréable journée.)
4.
Wij ... tot straks gezegd.
(Nous avons dit à tout à l'heure.)
5.
Jullie ... tot morgen afgesproken.
(Vous avez rendez-vous jusqu'à demain.)
6.
Zij ... hallo gezegd bij binnenkomst.
(Ils ont dit bonjour en entrant.)