10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Hebben (avoir) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de hebben (avoir) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Hebben (avoir) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 1: Jezelf voorstellen (Se présenter)

Leçon 1: Groeten en afscheid (Salutations et adieux)

Infinitief Voltooid deelwoord
Hebben (avoir) Gehad (Eu)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb j'ai
(jij) hebt/heb tu as
(hij/zij/het) heeft il/elle a
(wij) hebben nous avons
(jullie) hebben vous avez
(zij) hebben ils ont

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) had j'avais
(jij) had/hadde tu avais
(hij/zij/het) had il/elle/on avait
(wij) hadden nous avions
(jullie) hadden vous aviez
(zij) hadden ils avaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gehad j'ai eu
(jij) hebt gehad tu as eu
(hij/zij/het) heeft gehad il a eu / elle a eu / il a eu
(wij) hebben gehad nous avons eu
(jullie) hebben gehad vous avez eu
(zij) hebben gehad ils ont eu

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gehad j'ai eu
(jij) hebt gehad tu as eu
(hij/zij/het) heeft gehad il a eu / elle a eu / il a eu
(wij) hebben gehad nous avons eu
(jullie) hebben gehad vous avez eu
(zij) hebben gehad ils ont eu

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gehad hebben j'aurai
(jij) zult/zal gehad hebben tu auras eu
(hij/zij/het) zal gehad hebben il aura eu / elle aura eu / il aura eu
(wij) zullen gehad hebben nous aurons eu
(jullie) zullen gehad hebben vous aurez eu
(zij) zullen gehad hebben ils auront eu

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gehad hebben j'aurai eu
(jij) zult gehad hebben tu auras eu
(hij/zij/het) zal gehad hebben il/elle aura eu
(wij) zullen gehad hebben nous aurons eu
(jullie) zullen gehad hebben vous aurez eu
(zij) zullen gehad hebben ils auront eu
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou hebben j'aurais
(jij) zou hebben tu aurais
(hij/zij/het) zou hebben il/elle/on aurait
(wij) zouden hebben nous aurions
(jullie) zouden hebben vous auriez
(zij) zouden hebben ils auraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gehad hebben j'aurais eu
(jij) zou gehad hebben tu aurais eu
(hij/zij/het) zou gehad hebben il aurait eu
(wij) zouden gehad hebben nous aurions eu
(jullie) zouden gehad hebben vous auriez eu
(zij) zouden gehad hebben ils auraient eu
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Heb! aie