Genieten (profiter) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futur antérieur, indicatif) Partager Copié !

Genieten - Conjugaison de profiter en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au futur antérieur, mode indicatif (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futur antérieur, indicatif)
Toutes les conjugaisons et les temps: Genieten (profiter) - Conjugaison des verbes et exercices
Programme : cours de néerlandais - Met pensioen gaan (Être à la retraite)
Conjugaison du verbe profiter au futur simple
Néerlandais | Français |
---|---|
(ik) zal genieten / zal gaan genieten | je profiterai / je vais profiter |
(jij) zal genieten / zal gaan genieten | tu profiteras / tu vas profiter |
(hij/zij/het) zal genieten / zal gaan genieten | il/elle/on profitera |
(wij) zullen genieten / zullen gaan genieten | nous profiterons / allons profiter |
(jullie) zullen genieten / zullen gaan genieten | vous profiterez / allez profiter |
(zij) zullen genieten / zullen gaan genieten | ils profiteront / vont profiter |
Exemples de phrases
Néerlandais | Français |
---|---|
Ik zal binnenkort van mijn pensioen genieten. | Je vais bientôt profiter de ma retraite. |
Jij zal waarschijnlijk van je vrije tijd genieten. | Tu profiteras probablement de ton temps libre. |
Hij zal gaan genieten van het vrijwilligerswerk. | Il va profiter du bénévolat. |
Wij zullen zeker genieten van de vrije tijd na het werk. | Nous allons certainement profiter du temps libre après le travail. |
Jullie zullen genieten als jullie met pensioen gaan. | Vous allez profiter quand vous prendrez votre retraite. |
Zij zullen van het pensioen genieten zonder zich te vervelen. | Ils profiteront de la retraite sans s'ennuyer. |
Exercice: Conjugaison des verbes
Instruction: Choisissez la bonne forme.
genieten, gaan, zal, zullen
1.
Wij ... zeker ... van de vrije tijd na het werk.
(Nous allons certainement profiter du temps libre après le travail.)
2.
Zij ... van het pensioen ... zonder zich te vervelen.
(Ils profiteront de la retraite sans s'ennuyer.)
3.
Jullie ... ... als jullie met pensioen ....
(Vous allez profiter quand vous prendrez votre retraite.)
4.
Ik ... binnenkort van mijn pensioen ....
(Je vais bientôt profiter de ma retraite.)
5.
Jij ... waarschijnlijk van je vrije tijd ....
(Tu profiteras probablement de ton temps libre.)
6.
Hij ... ... ... van het vrijwilligerswerk.
(Il va profiter du bénévolat.)