10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Bellen (appeler) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Passé composé, indicatif)

Bellen (appeler) - Conjugaison des verbes et exercices

Bellen - Conjugaison de appeler en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au passé composé, mode indicatif (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Passé composé, indicatif)

Toutes les conjugaisons et les temps: Bellen (appeler) - Conjugaison des verbes et exercices

Programme : cours de néerlandais - Boek uw accommodatie (Réservez votre hébergement)

Conjugaison de appeler au passé composé

Néerlandais Français
ik heb gebeld j'ai appelé
jij hebt gebeld / jij hebt gebeld tu as appelé
hij/zij/het heeft gebeld Il/elle/on a appelé
wij hebben gebeld Nous avons appelé
jullie hebben gebeld vous avez appelé
zij hebben gebeld Ils ont appelé

Exemples de phrases

Néerlandais Français
Ik heb de reservering gebeld om te bevestigen. J'ai appelé la réservation pour confirmer.
Jij hebt het hostel gebeld voor een kamer. Tu as téléphoné à l'auberge pour une chambre.
Hij heeft de camping gebeld voor beschikbaarheid. Il a appelé le camping pour vérifier la disponibilité.
Wij hebben gebeld voor een eenpersoonskamer. Nous avons appelé pour une chambre simple.
Jullie hebben gebeld om halfpension te bevestigen. Vous avez appelé pour confirmer la demi-pension.
Zij hebben gebeld voor de accommodatie inclusief ontbijt. Ils ont appelé pour l'hébergement avec petit déjeuner inclus.

Exercice: Conjugaison des verbes

Instruction: Choisissez la bonne forme.

Afficher la traduction Montrez les réponses

hebt, ik, zij hebben gebeld, jullie hebben gebeld, heb, jij, wij hebben gebeld, hij, gebeld, heeft

1.
... om halfpension te bevestigen.
(Vous avez appelé pour confirmer la demi-pension.)
2.
... ... het hostel ... voor een kamer.
(Tu as téléphoné à l'auberge pour une chambre.)
3.
... ... de reservering ... om te bevestigen.
(J'ai appelé la réservation pour confirmer.)
4.
... ... de camping ... voor beschikbaarheid.
(Il a appelé le camping pour vérifier la disponibilité.)
5.
... voor een eenpersoonskamer.
(Nous avons appelé pour une chambre simple.)
6.
... voor de accommodatie inclusief ontbijt.
(Ils ont appelé pour l'hébergement avec petit déjeuner inclus.)