10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Bakken (cuire) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de bakken (cuire) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Bakken (cuire) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Au jour le jour)

Leçon 17: Koken en bakken (Cuisine et pâtisserie)

Infinitief Voltooid deelwoord
Bakken (Cuire) Gebakken (cuit)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) bak je cuis
(jij) bakt/bak tu cuis
(hij/zij/het) bakt il/elle/ça cuit
(wij) bakken nous cuisons
(jullie) bakken vous cuisez
(zij) bakken elles cuisent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) bakte je cuisais
(jij) bakte tu as cuit
(hij/zij/het) bakte il/elle/on a cuit
(wij) bakten nous cuisions
(jullie) bakten vous cuisiez
(zij) bakten elles cuisaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gebakken j'ai cuit
(jij) hebt/heb gebakken tu as cuit
(hij/zij/het) heeft gebakken il/elle/on a cuit
(wij) hebben gebakken nous avons cuit
(jullie) hebben gebakken vous avez cuisiné
(zij) hebben gebakken ils ont cuit

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gebakken j'ai cuit
(jij) hebt/heb gebakken tu as cuit
(hij/zij/het) heeft gebakken il/elle a cuit
(wij) hebben gebakken nous avons cuit
(jullie) hebben gebakken vous avez cuit
(zij) hebben gebakken ils ont cuit

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gebakken hebben j'aurai cuit
(jij) zult/zal gebakken hebben tu auras cuit
(hij/zij/het) zal gebakken hebben il/elle/on aura cuit
(wij) zullen gebakken hebben nous aurons cuit
(jullie) zullen gebakken hebben vous aurez cuit
(zij) zullen gebakken hebben elles auront cuit

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal/zou hebben gebakken je aurai/aurais cuit
(jij) zult/zou zullen hebben gebakken tu auras cuit/tu cuirais
(hij/zij/het) zal/zou hebben gebakken il/elle aurait cuit
(wij) zullen/zouden hebben gebakken nous aurons cuit/nous aurions cuit
(jullie) zullen/zouden hebben gebakken vous aurez/cuiriez
(zij) zullen/zouden hebben gebakken elles auront / auraient cuit
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou bakken je cuirais
(jij) zou bakken tu cuirais
(hij/zij/het) zou bakken il/elle/on cuirait
(wij) zouden bakken nous cuirions
(jullie) zouden bakken vous cuiriez
(zij) zouden bakken ils/cuiraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gebakken hebben j'aurais cuit
(jij) zou gebakken hebben tu aurais cuit
(hij/zij/het) zou gebakken hebben il aurait cuit
(wij) zouden gebakken hebben nous aurions cuit
(jullie) zouden gebakken hebben vous auriez cuit
(zij) zouden gebakken hebben ils auraient cuit
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Bak! Cuis