10K+ étudiants - 4.8/5

Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Aankomen (arriver) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de aankomen (arriver) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Aankomen (arriver) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 2: Van uren tot seizoenen (Des heures aux saisons)

Leçon 13: Hoe laat is het? De klok lezen. (Dire l'heure et lire l'horloge)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aankomen (Arriver) Aangekomen (Chargement de la traduction...)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
ik kom aan j'arrive
jij komt aan tu arrives
hij/zij/het komt aan il/elle/on arrive
wij komen aan nous arrivons
jullie komen aan vous arrivez
zij komen aan Ils arrivent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
ik kwam aan je suis arrivé
jij kwam aan tu es arrivé
hij/zij/het kwam aan Il/elle est arrivé(e)
wij kwamen aan Nous sommes arrivés
jullie kwamen aan vous êtes arrivés
zij kwamen aan Ils sont arrivés

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
ik ben aangekomen je suis arrivé
jij bent aangekomen tu es arrivé
hij/zij/het is aangekomen Il/elle/on est arrivé
wij zijn aangekomen Nous sommes arrivés
jullie zijn aangekomen vous êtes arrivés
zij zijn aangekomen Ils sont arrivés

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
ik ben aangekomen je suis arrivé
jij bent aangekomen tu es arrivé
hij/zij/het is aangekomen Il/elle/on est arrivé
wij zijn aangekomen nous sommes arrivés
jullie zijn aangekomen vous êtes arrivés
zij zijn aangekomen ils sont arrivés

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
ik zal aankomen j'arriverai
jij zult aankomen tu arriveras
hij/zij/het zal aankomen Il/elle/on arrivera
wij zullen aankomen Nous arriverons
jullie zullen aankomen vous arriverez
zij zullen aankomen Ils arriveront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
ik zal aangekomen zijn je serai arrivé
jij zult/aangkomen zijn tu seras arrivé
hij/zij/het zal aangekomen zijn Il/elle/on sera arrivé
wij zullen aangekomen zijn nous serons arrivés
jullie zullen aangekomen zijn vous serez arrivés
zij zullen aangekomen zijn ils seront arrivés
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou aangekomen zijn Je serais arrivé.
jij zou aangekomen zijn tu serais arrivé
hij/zij/het zou aangekomen zijn Il/elle serait arrivé(e)
wij zouden aangekomen zijn Nous serions arrivés
jullie zouden aangekomen zijn vous seriez arrivés
zij zouden aangekomen zijn ils seraient arrivés

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou aangekomen zijn je serais arrivé
jij zou aangekomen zijn tu serais arrivé
hij/zij/het zou aangekomen zijn Il/elle serait arrivé(e)
wij zouden aangekomen zijn nous serions arrivés
jullie zouden aangekomen zijn vous seriez arrivés
zij zouden aangekomen zijn ils/elles seraient arrivés
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Kome aan! Arrive