Weten (savoir) - Conjugaison des verbes et exercices Partager Copié !

Conjugaison de weten (savoir) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 1: Reizen: op avontuur! (Voyager : en pleine nature !)

Leçon 4: Op het vliegveld en in het vliegtuig. (À l'aéroport et dans l'avion.)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Weten (Savoir)	Geweten (Savoir)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Néerlandais	Français
ik heb geweten	j'ai su
jij hebt geweten / jij hebt geweten	tu as su
hij/zij/het heeft geweten	Il/elle/on a su
wij hebben geweten	nous avons su
jullie hebben geweten	vous avez su
zij hebben geweten	Ils ont su

Néerlandais	Français
(ik) had geweten	j'avais su
(jij) had geweten / had je geweten	tu avais su
(hij/zij/het) had geweten	il/elle/on avait su
(wij) hadden geweten	nous avions su
(jullie) hadden geweten	vous aviez su
(zij) hadden geweten	ils avaient su

Néerlandais	Français
(ik) zal geweten hebben	je saurai
(jij) zal geweten hebben / zul geweten hebben	tu auras su
(hij/zij/het) zal geweten hebben	il/elle aura su
(wij) zullen geweten hebben	nous aurons su
(jullie) zullen geweten hebben	vous aurez su
(zij) zullen geweten hebben	ils auront su

Conditionele wijs

Néerlandais	Français
(ik) zou geweten hebben	je saurais
(jij) zou geweten hebben / zou geweten hebben	tu aurais su
(hij/zij/het) zou geweten hebben	il/elle/on aurait su
(wij) zouden geweten hebben	nous saurions
(jullie) zouden geweten hebben	vous auriez su
(zij) zouden geweten hebben	ils sauraient

Néerlandais	Français
(ik) zou geweten hebben	je saurais
(jij) zou geweten hebben	tu aurais su
(hij/zij/het) zou geweten hebben	il/elle/on aurait su
(wij) zouden geweten hebben	nous aurions su
(jullie) zouden geweten hebben	vous auriez su
(zij) zouden geweten hebben	ils auraient su

Imperatief (gebiedende wijs)

Néerlandais	Français
Weet!	sache