Wakker worden (se réveiller) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de wakker worden (se réveiller) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Wakker worden (se réveiller) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Au jour le jour)

Leçon 16: Dagelijkse routines (Routine quotidienne)

Infinitief Voltooid deelwoord
Wakker worden (Se réveiller) Wakker geworden (Réveillé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) word wakker je me réveille
(jij) wordt wakker tu te réveilles
(hij/zij/het) wordt wakker il/elle/on se réveille
(wij) worden wakker nous nous réveillons
(jullie) worden wakker vous vous réveillez
(zij) worden wakker ils se réveillent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) werd wakker je me suis réveillé
(jij) werd wakker tu t'es réveillé
(hij/zij/het) werd wakker il/elle s'est réveillé(e)
(wij) werden wakker nous nous sommes réveillés
(jullie) werden wakker vous vous êtes réveillés
(zij) werden wakker ils se sont réveillés

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) ben wakker geworden je me suis réveillé
(jij) bent wakker geworden tu t'es réveillé
(hij/zij/het) is wakker geworden il/elle/on s'est réveillé
(wij) zijn wakker geworden nous nous sommes réveillés
(jullie) zijn wakker geworden vous vous êtes réveillés
(zij) zijn wakker geworden ils se sont réveillés

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) ben wakker geworden je me suis réveillé
(jij) bent/wij/zij/u zijn wakker geworden tu as réveillé / nous avons réveillé / ils ont réveillé / vous avez réveillé
(hij/zij/het) is wakker geworden il/elle/on s'est réveillé
(wij) zijn wakker geworden nous nous sommes réveillés
(jullie) zijn wakker geworden vous vous êtes réveillés
(zij) zijn wakker geworden ils se sont réveillés

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal wakker worden/zal wakker geworden zijn je me réveillerai/aurai réveillé
(jij) zult/zal wakker worden/zult/zal wakker geworden zijn tu te réveilleras/tu te seras réveillé
(hij/zij/het) zal wakker worden/zal wakker geworden zijn il/elle/on se réveillera / se sera réveillé
(wij) zullen wakker worden/zullen wakker geworden zijn nous nous réveillerons/nous nous serons réveillés
(jullie) zullen wakker worden/zullen wakker geworden zijn vous vous réveillerez / vous vous serez réveillés
(zij) zullen wakker worden/zullen wakker geworden zijn ils se réveilleront / ils se seront réveillés

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
ik zal wakker geworden zijn je me serai réveillé
jij zult wakker geworden zijn tu seras réveillé
hij/zij/het zal wakker geworden zijn Il/elle/on se sera réveillé
wij zullen wakker geworden zijn nous nous serons réveillés
jullie zullen wakker geworden zijn vous vous serez réveillés
zij zullen wakker geworden zijn Ils/elles se seront réveillés
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou wakker worden je me réveillerais
(jij) zou wakker worden tu te réveillerais
(hij/zij/het) zou wakker worden il/elle/on se réveillerait
(wij) zouden wakker worden nous nous réveillerions
(jullie) zouden wakker worden vous vous réveilleriez
(zij) zouden wakker worden ils se réveilleraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou wakker geworden zijn je me serais réveillé
(jij) zou wakker geworden zijn tu te serais réveillé
(hij/zij/het) zou wakker geworden zijn il/elle se serait réveillé
(wij) zouden wakker geworden zijn nous nous serions réveillés
(jullie) zouden wakker geworden zijn vous vous seriez réveillés
(zij) zouden wakker geworden zijn ils se seraient réveillés
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Word wakker! Réveille-toi !