Veranderen (changer) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Imparfait, indicatif)

 Veranderen (changer) - Conjugaison des verbes et exercices

Veranderen - Conjugaison de Changer en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au plus-que-parfait, mode indicatif (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Imparfait, indicatif)

Toutes les conjugaisons et les temps: Veranderen (changer) - Conjugaison des verbes et exercices

Programme : cours de néerlandais - Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Saisons, mois et parties de l'année)

Conjugaison de changer au passé simple

Néerlandais Français
(ik) veranderde je changeais
(jij) veranderde/verandertest tu changeais/tu as changé
(hij/zij/het) veranderde il/elle a changé
(wij) verand Erden nous changions
(jullie) veranderden vous changiez
(zij) veranderden ils/elles changèrent

Exemples de phrases

Néerlandais Français
Ik veranderde mijn mening over het nieuws gisteren. J'ai changé d'avis sur les nouvelles hier.
Jij veranderde snel van gedachte tijdens het programma. Tu as rapidement changé d'avis pendant le programme.
De presentator veranderde het onderwerp van het verslag. Le présentateur a changé le sujet du reportage.
Wij veranderden van zender voor het televisieprogramma. Nous avons changé de chaîne pour le programme télévisé.
Jullie veranderden jullie reactie na het bekijken van het verslag. Vous avez modifié votre réaction après avoir consulté le rapport.
Zij veranderden de website om het nieuws bij te werken. Ils ont modifié le site web pour mettre à jour les actualités.

Exercice: Conjugaison des verbes

Instruction: Choisissez la bonne forme.

Afficher la traduction Montrez les réponses

veranderde, veranderden, erden, verand

1.
Ik ... mijn mening over het nieuws gisteren.
(J'ai changé d'avis sur les nouvelles hier.)
2.
Jij ... snel van gedachte tijdens het programma.
(Tu as rapidement changé d'avis pendant le programme.)
3.
De presentator ... het onderwerp van het verslag.
(Le présentateur a changé le sujet du reportage.)
4.
Wij ...... van zender voor het televisieprogramma.
(Nous avons changé de chaîne pour le programme télévisé.)
5.
Jullie ... jullie reactie na het bekijken van het verslag.
(Vous avez modifié votre réaction après avoir consulté le rapport.)
6.
Zij ... de website om het nieuws bij te werken.
(Ils ont modifié le site web pour mettre à jour les actualités.)