Uitzetten (éteindre) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de uitzetten (éteindre) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Uitzetten (éteindre) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 5: Thuis (À la maison)

Leçon 34: Huishoudelijke apparaten (Appareils ménagers)

Infinitief Voltooid deelwoord
Uitzetten (éteindre) Uitgezet (Éteint)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) zet uit j'éteins
(jij) zet uit tu éteins
(hij/zij/het) zet uit il/elle/il éteint
(wij) zetten uit nous éteignons
(jullie) zetten uit vous éteignez
(zij) zetten uit ils éteignent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) zette uit j'ai éteint
(jij) zette uit tu as éteint
(hij/zij/het) zette uit il/elle a éteint
(wij) zetten uit nous éteignîmes
(jullie) zetten uit vous éteigniez
(zij) zetten uit ils éteignaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb uitgezet j'ai éteint
(jij) hebt/zet uitgezet tu as éteint
(hij/zij/het) heeft uitgezet il/elle a éteint
(wij) hebben uitgezet nous avons éteint
(jullie) hebben uitgezet vous avez éteint
(zij) hebben uitgezet ils ont éteint

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb uitgezet j'ai éteint
(jij) hebt/heb uitgezet tu as éteint
(hij/zij/het) heeft uitgezet il/elle/on a éteint
(wij) hebben uitgezet nous avons éteint
(jullie) hebben uitgezet vous avez éteint
(zij) hebben uitgezet ils ont éteint

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal uitzetten je vais éteindre
(jij) zal uitzetten tu éteindras
(hij/zij/het) zal uitzetten il/elle/il éteindra
(wij) zullen uitzetten nous éteindrons
(jullie) zullen uitzetten vous allez éteindre
(zij) zullen uitzetten ils éteindront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal hebben uitgezet j'aurai éteint
(jij) zult/zal hebben uitgezet tu auras éteint
(hij/zij/het) zal hebben uitgezet il aura éteint / elle aura éteint / on aura éteint
(wij) zullen hebben uitgezet nous aurons éteint
(jullie) zullen hebben uitgezet vous aurez éteint
(zij) zullen hebben uitgezet ils auront éteint
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou uitzetten je éteindrais
(jij) zou uitzetten tu éteindrais
(hij/zij/het) zou uitzetten il/elle/on éteindrait
(wij) zouden uitzetten nous éteindrions
(jullie) zouden uitzetten vous éteindriez
(zij) zouden uitzetten ils éteindraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou hebben uitgezet j'aurais éteint
(jij) zou hebben uitgezet tu aurais éteint
(hij/zij/het) zou hebben uitgezet il aurait éteint / elle aurait éteint / il aurait éteint
(wij) zouden hebben uitgezet nous aurions éteint
(jullie) zouden hebben uitgezet vous auriez éteint
(zij) zouden hebben uitgezet ils auraient éteint
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Zet uit! Éteins