Uitchecken (régler sa note) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de uitchecken (régler sa note) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Uitchecken (régler sa note) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 1: Reizen: op avontuur! (Voyager : en pleine nature !)

Leçon 6: Op hotel (À l'hôtel)

Infinitief Voltooid deelwoord
Uitchecken (Régler sa note) Uitgecheckt (Réglé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) check uit je règle ma note
(jij) checkt uit / check jij uit tu règles ta note
(hij/zij/het) checkt uit il/elle règle sa note
(wij) checken uit nous réglons notre note
(jullie) checken uit vous réglez votre note
(zij) checken uit ils règlent leur note

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) checkte uit j'ai réglé ma note
(jij) checkte uit / checkte uit tu as réglé ta note
(hij/zij/het) checkte uit il/elle a réglé sa note
(wij) checkten uit nous réglions sa note
(jullie) checkten uit vous régliez sa note
(zij) checkten uit ils réglaient sa note

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb uitgecheckt je ai réglé sa note
(jij) hebt uitgecheckt / hebt uitgecheckt tu as réglé ta note
(hij/zij/het) heeft uitgecheckt il/elle/on a réglé sa note
(wij) hebben uitgecheckt nous avons réglé notre note
(jullie) hebben uitgecheckt vous avez réglé votre note
(zij) hebben uitgecheckt ils ont réglé sa note

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb uit-ge-checkt j'ai réglé ma note
(jij) hebt uit-ge-checkt / hebt uitgecheckt tu as réglé ta note
(hij/zij/het) heeft uit-ge-checkt / heeft uitgecheckt il a réglé sa note / elle a réglé sa note / il a réglé sa note
(wij) hebben uit-ge-checkt / hebben uitgecheckt nous avons réglé notre note
(jullie) hebben uit-ge-checkt / hebben uitgecheckt vous avez réglé votre note
(zij) hebben uit-ge-checkt / hebben uitgecheckt ils ont réglé leur note

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal uitchecken je réglerai ma note
(jij) zult uitchecken / zal uitchecken tu régleras ta note
(hij/zij/het) zal uitchecken il/elle/il règlera sa note
(wij) zullen uitchecken nous réglerons sa note
(jullie) zullen uitchecken vous réglerez votre note
(zij) zullen uitchecken ils régleront leur note

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal hebben uitgecheckt j'aurai réglé ma note
(jij) zult hebben uitgecheckt / zul hebben uitgecheckt tu auras réglé ta note
(hij/zij/het) zal hebben uitgecheckt il aura réglé sa note
(wij) zullen hebben uitgecheckt nous aurons réglé notre note
(jullie) zullen hebben uitgecheckt vous aurez réglé votre note
(zij) zullen hebben uitgecheckt ils auront réglé leur note
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou zijn uitgecheckt je réglerais ma note
(jij) zou zijn uitgecheckt tu réglerais ta note
(hij/zij/het) zou zijn uitgecheckt il réglerait sa note / elle réglerait sa note / il réglerait sa note
(wij) zouden zijn uitgecheckt nous réglerions sa note
(jullie) zouden zijn uitgecheckt vous régleriez votre note
(zij) zouden zijn uitgecheckt ils régleraien leur note

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou uitgecheckt hebben J'aurais réglé ma note
jij zou uitgecheckt hebben tu aurais réglé sa note
hij/zij/het zou uitgecheckt hebben il/elle aurait réglé sa note
wij zouden uitgecheckt hebben Nous aurions réglé notre note
jullie zouden uitgecheckt hebben vous auriez réglé votre note
zij zouden uitgecheckt hebben Ils/elles auraient réglé leur note
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Check uit! règle ta note