Slapen (dormir) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif) Partager Copié !
Slapen - Conjugaison de Dormir en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au présent continu, mode indicatif (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Présent de l'indicatif, indicatif)
Toutes les conjugaisons et les temps: Slapen (dormir) - Conjugaison des verbes et exercices
Programme : cours de néerlandais - Dagelijkse routines (Routine quotidienne)
Conjugaison de dormir au présent
| Néerlandais | Français |
|---|---|
| (ik) slaap | je dors |
| (jij) slaapt/slaapt | tu dors |
| (hij/zij/het) slaapt | il/elle/on dort |
| (wij) slapen | nous dormons |
| (jullie) slapen | vous dormez |
| (zij) slapen | ils dorment |
Exemples de phrases
| Néerlandais | Français |
|---|---|
| Ik slaap niet goed tijdens het weekend. | Je ne dors pas bien pendant le week-end. |
| Jij slaapt na het douchen altijd rustig. | Tu dors toujours calmement après la douche. |
| Hij slaapt elke dag minstens acht uur. | Il dort au moins huit heures par jour. |
| Wij slapen op zondag graag langer uit. | Nous aimons dormir plus longtemps le dimanche. |
| Jullie slapen te laat als je werkt morgen. | Vous dormez trop tard si vous travaillez demain. |
| Zij slapen altijd vroeg voor werk. | Ils dorment toujours tôt avant le travail. |
Exercice: Conjugaison des verbes
Instruction: Choisissez la bonne forme.
slaap, slaapt, slapen
1.
Zij ... altijd vroeg voor werk.
(Ils dorment toujours tôt avant le travail.)
2.
Ik ... niet goed tijdens het weekend.
(Je ne dors pas bien pendant le week-end.)
3.
Hij ... elke dag minstens acht uur.
(Il dort au moins huit heures par jour.)
4.
Jij ... na het douchen altijd rustig.
(Tu dors toujours calmement après la douche.)
5.
Jullie ... te laat als je werkt morgen.
(Vous dormez trop tard si vous travaillez demain.)
6.
Wij ... op zondag graag langer uit.
(Nous aimons dormir plus longtemps le dimanche.)