10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Lijken (sembler) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de lijken (sembler) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Lijken (sembler) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Décrire des objets et des personnes)

Leçon 23: Fysiek en uiterlijk (Apparence physique)

Infinitief Voltooid deelwoord
Lijken (sembler) Geleken (Sembler)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) lijk je semble
(jij) lijkt/lijk tu sembles/sembles
(hij/zij/het) lijkt il/elle/on semble
(wij) lijken nous semblons
(jullie) lijken vous semblez
(zij) lijken elles semblent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) leek je semblais
(jij) leek tu semblais
(hij/zij/het) leek il/elle/on semblait
(wij) leken nous semblions
(jullie) leken vous sembliez
(zij) leken ils semblaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb geleken j'ai semblé
(jij) hebt/heeft geleken tu as semblé
(hij/zij/het) heeft geleken il/elle/on a semblé
(wij) hebben geleken nous avons semblé
(jullie) hebben geleken vous avez semblé
(zij) hebben geleken ils ont semblé

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb geleken j'ai semblé
(jij) hebt geleken tu as semblé
(hij/zij/het) heeft geleken il/elle/on a semblé
(wij) hebben geleken nous avons semblé
(jullie) hebben geleken vous avez semblé
(zij) hebben geleken ils ont semblé

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal geleken hebben je semblerai
(jij) zal geleken hebben tu sembleras
(hij/zij/het) zal geleken hebben il/elle/on aura semblé
(wij) zullen geleken hebben nous semblerons
(jullie) zullen geleken hebben vous semblerez
(zij) zullen geleken hebben ils sembleront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal/heeft/zou/heeft/heeft je semblerai/a semblé/semblerais/a semblé/a semblé
(jij) zult/zal/zou/hebt/heeft tu sembleras/tu semblais/tu as semblé
(hij/zij/het) zal/heeft/zou/heeft/heeft/zou il/elle/on semblerait/aurait/semblerait/aurait/aurait/semblerait
(wij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden nous semblerons/nous avons/nous semblerions/nous avons/nous avons/nous semblerions
(jullie) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden vous semblerez/aurez/auriez/avez/avez/auriez
(zij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden ils sembleront/ont/semblent/ont/ont/sembleraient
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou lijken je semblerais
(jij) zou lijken tu semblerais
(hij/zij/het) zou lijken il/elle/on semblerait
(wij) zouden lijken nous semblerions
(jullie) zouden lijken vous sembleriez
(zij) zouden lijken ils sembleraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou geleken hebben je semblerais
(jij) zou geleken hebben tu semblerais
(hij/zij/het) zou geleken hebben il/elle/on aurait semblé
(wij) zouden geleken hebben Nous aurions semblé
(jullie) zouden geleken hebben vous auriez semblé
(zij) zouden geleken hebben ils auraient semblé
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Blijk! Semble !