10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Lezen (lire) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionnel Présent, conditionnel)

Lezen (lire) - Conjugaison des verbes et exercices

Lezen - Conjugaison de Lire en néerlandais : tableau de conjugaison, exemples et exercices au conditionnel présent, mode conditionnel (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionnel Présent, conditionnel)

Toutes les conjugaisons et les temps: Lezen (lire) - Conjugaison des verbes et exercices

Programme : cours de néerlandais - Hobby's beschrijven (Décrire les loisirs)

Conjugaison du verbe lire au conditionnel présent

Néerlandais Français
ik zou lezen je lirais
jij zou lezen tu lirais
hij/zij/het zou lezen il/elle/on lirait
wij zouden lezen nous lirions
jullie zouden lezen vous liriez
zij zouden lezen ils liraient

Exemples de phrases

Néerlandais Français
Ik zou het boek graag lezen na het eten. Je voudrais lire le livre après le repas.
Jij zou vaak lezen als hobby leuk vinden. Tu aimerais souvent lire comme passe-temps.
Hij zou altijd muziek luisteren tijdens het lezen. Il écouterait toujours de la musique en lisant.
Wij zouden elke week een nieuw schilderij lezen. Nous lirions un nouveau tableau chaque semaine.
Jullie zouden de foto in het boek lezen. Vous liriez la photo dans le livre.
Zij zouden regelmatig de menukaart lezen in het restaurant. Ils liraient régulièrement le menu au restaurant.

Exercice: Conjugaison des verbes

Instruction: Choisissez la bonne forme.

Afficher la traduction Montrez les réponses

jullie, hij, ik, jij, zouden, zij, het, lezen, zou, wij

1.
... ... vaak ... als hobby leuk vinden.
(Tu aimerais souvent lire comme passe-temps.)
2.
... ... altijd muziek luisteren tijdens ... ....
(Il écouterait toujours de la musique en lisant.)
3.
... ... elke week een nieuw schilderij ....
(Nous lirions un nouveau tableau chaque semaine.)
4.
... ... regelmatig de menukaart ... in het restaurant.
(Ils liraient régulièrement le menu au restaurant.)
5.
... ... de foto in het boek ....
(Vous liriez la photo dans le livre.)
6.
... ... het boek graag ... na het eten.
(Je voudrais lire le livre après le repas.)