10K+ étudiants - 4.8/5

Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Delen (partager) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de delen (partager) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Delen (partager) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 1: Jezelf voorstellen (Se présenter)

Leçon 4: Cijfers en tellen (Chiffres et comptage)

Infinitief Voltooid deelwoord
Delen (partager) Gedeeld (Chargement de la traduction...)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
ik deel je partage
jij deelt tu partages
hij/zij/het deelt il/elle partage
wij delen nous partageons
jullie delen vous partagez
zij delen ils partagent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
ik deelde je partageais
jij deelde tu as partagé
hij/zij/het deelde il/elle partageait
wij deelden nous partagions
jullie deelden vous partagiez
zij deelden ils ont partagé

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
ik heb gedeeld j'ai partagé
jij hebt gedeeld tu as partagé
hij/zij/het heeft gedeeld Il/elle a partagé
wij hebben gedeeld nous avons partagé
jullie hebben gedeeld vous avez partagé
zij hebben gedeeld Ils ont partagé

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
ik heb gedeeld j'ai partagé
jij hebt gedeeld tu as partagé
hij/zij/het heeft gedeeld Il/elle/on a partagé
wij hebben gedeeld nous avons partagé
jullie hebben gedeeld vous avez partagé
zij hebben gedeeld Ils ont partagé

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
ik zal gedeeld hebben j'aurai partagé
jij zult/zal gedeeld hebben tu auras partagé
hij/zij/het zal gedeeld hebben Il/elle/on aura partagé
wij zullen gedeeld hebben nous aurons partagé
jullie zullen gedeeld hebben vous aurez partagé
zij zullen gedeeld hebben ils auront partagé

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
ik zal gedeeld hebben j'aurai partagé
jij zult/zal gedeeld hebben tu auras partagé
hij/zij/het zal gedeeld hebben il/elle/on aura partagé
wij zullen gedeeld hebben nous aurons partagé
jullie zullen gedeeld hebben vous aurez partagé
zij zullen gedeeld hebben Ils auront partagé
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou delen je partagerais
jij zou delen tu partagerais
hij/zij/het zou delen Il/elle/on partagerait
wij zouden delen nous partagerions
jullie zouden delen vous partageriez
zij zouden delen Ils partageraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou gedeeld hebben j'aurais partagé
jij zou gedeeld hebben tu aurais partagé
hij/zij/het zou gedeeld hebben Il/elle/on aurait partagé
wij zouden gedeeld hebben nous aurions partagé
jullie zouden gedeeld hebben vous auriez partagé
zij zouden gedeeld hebben Ils auraient partagé
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Deel! Partage !