Zoeken (chercher) - Conjugaison des verbes et exercices Partager Copié !

Conjugaison de zoeken (chercher) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (La ville et le village)

Leçon 43: Pedir y dar direcciones. (Demander et donner des directions)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Zoeken (Chercher)	Gezocht (Recherché)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Espagnol	Français
(ik) zal gezocht hebben	j'aurai cherché
(jij) zult/zal gezocht hebben	tu auras cherché
(hij/zij/het) zal gezocht hebben	il/elle/on aura cherché
(wij) zullen gezocht hebben	nous chercherons
(jullie) zullen gezocht hebben	vous aurez cherché
(zij) zullen gezocht hebben	ils auront cherché

Espagnol	Français
(ik) zal gezocht hebben	j’aurai cherché
(jij) zult/zal gezocht hebben	tu auras cherché
(hij/zij/het) zal gezocht hebben	il/elle/aura cherché
(wij) zullen gezocht hebben	nous aurons cherché
(jullie) zullen gezocht hebben	vous aurez cherché
(zij) zullen gezocht hebben	ils auront cherché

Conditionele wijs

Espagnol	Français

Espagnol	Français
(ik) zou gezocht hebben	j'aurais cherché
(jij) zou gezocht hebben	tu aurais cherché
(hij/zij/het) zou gezocht hebben	il/elle aurait cherché
(wij) zouden gezocht hebben	nous aurions cherché
(jullie) zouden gezocht hebben	vous auriez cherché
(zij) zouden gezocht hebben	ils auraient cherché

Imperatief (gebiedende wijs)

Espagnol	Français
Zoek!	Cherche !