10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Boksen (boxer) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de boksen (boxer) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Boksen (boxer) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 6: De stad en het dorp (La ville et le village)

Leçon 40: Sport en beweging (Sports et exercice)

Infinitief Voltooid deelwoord
Boksen (Boxer) Gebokst (Boxé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) boks je boxe
(jij) bokst tu boxes
(hij/zij/het) bokst il/elle/on boxe
(wij) boksen nous boxons
(jullie) boksen vous boxez
(zij) boksen elles boxent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) bokste je boxais
(jij) bokste tu boxais
(hij/zij/het) bokste il/elle/on boxa
(wij) boksten nous boxions
(jullie) boksten vous boxiez
(zij) boksten elle boxait

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gebokst j'ai boxé
(jij) hebt/heb gebokst tu as boxé
(hij/zij/het) heeft gebokst il a boxé / elle a boxé / il a boxé
(wij) hebben gebokst nous avons boxé
(jullie) hebben gebokst vous avez boxé
(zij) hebben gebokst ils ont boxé

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb gebokst j'ai boxé
(jij) hebt/heb gebokst tu as boxé
(hij/zij/het) heeft gebokst il a boxé / elle a boxé / il a boxé
(wij) hebben gebokst nous avons boxé
(jullie) hebben gebokst vous avez boxé
(zij) hebben gebokst ils ont boxé

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal boksen je boxerai
(jij) zult boksen/zal boksen tu vas boxer
(hij/zij/het) zal boksen il/elle/on boxera
(wij) zullen boksen nous boxerons
(jullie) zullen boksen vous boxerez
(zij) zullen boksen ils boxeront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal gebokst hebben j'aurai boxé
(jij) zult/zal gebokst hebben tu auras boxé
(hij/zij/het) zal gebokst hebben il aura boxé
(wij) zullen gebokst hebben nous aurons boxé
(jullie) zullen gebokst hebben vous aurez boxé
(zij) zullen gebokst hebben ils auront boxé
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou boksen je boxerais
(jij) zou boksen tu boxerais
(hij/zij/het) zou boksen il/elle/on boxerait
(wij) zouden boksen nous boxerions
(jullie) zouden boksen vous boxeriez
(zij) zouden boksen ils boxerait

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou gebokst hebben je boxerais
(jij) zou gebokst hebben tu aurais boxé
(hij/zij/het) zou gebokst hebben il/elle/on aurait boxé
(wij) zouden gebokst hebben nous aurions boxé
(jullie) zouden gebokst hebben vous auriez boxé
(zij) zouden gebokst hebben ils auraient boxé
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Boks! Boxe!