Bezoeken (visiter) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de bezoeken (visiter) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Bezoeken (visiter) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 1: Reizen: op avontuur! (Voyager : en pleine nature !)

Leçon 1: Vakantieplannen (Des plans de vacances)

Infinitief Voltooid deelwoord
Bezoeken (Visiter) Bezocht (visité)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
ik bezoek je visite
jij bezoekt tu visites
hij/zij/het bezoekt Il/elle/on visite
wij bezoeken nous visitons
jullie bezoeken vous visitez
zij bezoeken Ils/elles visitent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
ik bezocht j'ai visité
jij bezocht tu as visité
hij/zij/het bezocht Il/elle/on a visité
wij bezochten nous avons visité
jullie bezochten vous avez visité
zij bezochten Ils/elles visitaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
ik heb bezocht j'ai visité
jij hebt bezocht tu as visité
hij/zij/het heeft bezocht Il/elle/on a visité
wij hebben bezocht nous avons visité
jullie hebben bezocht Vous avez visité
zij hebben bezocht ils ont visité

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
ik heb bezocht j'ai visité
jij hebt/heeft bezocht tu as visité
hij/zij/het heeft bezocht Il/elle/on a visité
wij hebben bezocht nous avons visité
jullie hebben bezocht vous avez visité
zij hebben bezocht Ils ont visité

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
ik zal bezocht hebben j'aurai visité
jij zult/zal bezocht hebben tu auras visité
hij/zij/het zal bezocht hebben Il/elle/on aura visité
wij zullen bezocht hebben nous aurons visité
jullie zullen bezocht hebben vous aurez visité
zij zullen bezocht hebben Ils auront visité

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
ik zal bezocht hebben j'aurai visité
jij zult/bezocht hebben tu auras visité
hij/zij/het zal bezocht hebben Il/elle/on aura visité
wij zullen bezocht hebben nous aurons visité
jullie zullen bezocht hebben vous aurez visité
zij zullen bezocht hebben Ils auront visité
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou bezoeken je visiterais
jij zou bezoeken tu visiterais
hij/zij/het zou bezoeken Il/elle visiterait
wij zouden bezoeken nous visiterions
jullie zouden bezoeken vous visiteriez
zij zouden bezoeken ils/elles visiteraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou bezocht hebben j'aurais visité
jij zou bezocht hebben tu aurais visité
hij/zij/het zou bezocht hebben Il/elle/on aurait visité
wij zouden bezocht hebben nous aurions visité
jullie zouden bezocht hebben vous auriez visité
zij zouden bezocht hebben Ils auraient visité
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Bezoek! Visite !