10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Bevallen (plaire) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de bevallen (plaire) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Bevallen (plaire) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Décrire des objets et des personnes)

Leçon 24: Kleuren (Couleurs)

Infinitief Voltooid deelwoord
Bevallen (Plaire) Bevallen (Plaire)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
(ik) beval j'aime
(jij) bevalt tu plais
(hij/zij/het) bevalt il/elle/on plaît
(wij) bevallen nous plaisons
(jullie) bevallen vous plaisez
(zij) bevallen elles plaisent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) beviel je plaisais
(jij) beviel tu plaisais
(hij/zij/het) beviel il/elle/on a plu
(wij) bevielen nous plaisions
(jullie) bevielen vous plaisiez
(zij) bevielen ils plaisaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) ben bevallen je plais
(jij) bent bevallen tu as plu
(hij/zij/het) is bevallen il/elle/on a plu
(wij) zijn bevallen nous plaisons
(jullie) zijn bevallen vous avez plu
(zij) zijn bevallen elles ont plu

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) ben bevallen j'ai plu
(jij) bent bevallen tu as plu
(hij/zij/het) is bevallen il/elle/on a plu
(wij) zijn bevallen nous avons plu
(jullie) zijn bevallen vous avez plu
(zij) zijn bevallen elles ont plu

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal bevallen zijn je vais plaire
(jij) zult bevallen zijn / zal bevallen zijn tu plairas
(hij/zij/het) zal bevallen zijn il/elle/on aura plu
(wij) zullen bevallen zijn nous plairons
(jullie) zullen bevallen zijn vous aurez plu
(zij) zullen bevallen zijn elles plairont

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal bevallen zijn j'aurai plu
(jij) zult bevallen zijn/zal bevallen zijn tu auras plu
(hij/zij/het) zal bevallen zijn il/elle/on aura plu
(wij) zullen bevallen zijn nous aurons plu
(jullie) zullen bevallen zijn vous aurez plu
(zij) zullen bevallen zijn ils auront plu
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
(ik) zou bevallen je plairais
(jij) zou bevallen tu plairais
(hij/zij/het) zou bevallen il/elle plairait
(wij) zouden bevallen nous plairions
(jullie) zouden bevallen vous plairiez
(zij) zouden bevallen elles plairaient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou bevallen zijn je serais plu
(jij) zou bevallen zijn tu m’aurais plu
(hij/zij/het) zou bevallen zijn il/elle/on aurait plu
(wij) zouden bevallen zijn nous aurions plu
(jullie) zouden bevallen zijn vous auriez plu
(zij) zouden bevallen zijn elles auraient plu
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Beval! Plaîs-toi