10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation

Beginnen (commencer) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de beginnen (commencer) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Beginnen (commencer) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Au jour le jour)

Leçon 16: Dagelijkse routines (Routine quotidienne)

Infinitief Voltooid deelwoord
Beginnen (Commencer) Begonnen (commencé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
ik begin je commence
jij begint tu commences
hij/zij/het begint Il/elle commence
wij beginnen nous commençons
jullie beginnen vous commencez
zij beginnen Ils/Elles commencent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
ik begon je commençais
jij begon/begon je tu commenças
hij/zij/het begon il/elle/on commença
wij begonnen nous commencions
jullie begonnen vous commenciez
zij begonnen ils/elles commencèrent

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
ik ben begonnen j'ai commencé
jij bent begonnen tu as commencé
hij/zij/het is begonnen Il/elle/on a commencé
wij zijn begonnen nous avons commencé
jullie zijn begonnen vous avez commencé
zij zijn begonnen Ils ont commencé

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
ik ben begonnen j'ai commencé
jij bent begonnen tu as commencé
hij/zij/het is begonnen Il/elle a commencé
wij zijn begonnen nous avons commencé
jullie zijn begonnen vous avez commencé
zij zijn begonnen ils/elles ont commencé

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
ik zal beginnen je commencerai
jij zult/begint beginnen tu commenceras
hij/zij/het zal beginnen il/elle commencera
wij zullen beginnen nous commencerons
jullie zullen beginnen vous commencerez
zij zullen beginnen ils/elles commenceront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
ik zal begonnen zijn j'aurai commencé
jij zult/zal begonnen zijn tu auras commencé
hij/zij/het zal begonnen zijn il/elle/on aura commencé
wij zullen begonnen zijn nous aurons commencé
jullie zullen begonnen zijn vous aurez commencé
zij zullen begonnen zijn ils/elles auront commencé
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou beginnen je commencerais
jij zou beginnen tu commencerais
hij/zij/het zou beginnen Il/elle/on commencerait
wij zouden beginnen nous commencerions
jullie zouden beginnen vous commenceriez
zij zouden beginnen ils/elles commenceraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
ik zou begonnen zijn j'aurais commencé
jij zou begonnen zijn tu aurais commencé
hij/zij/het zou begonnen zijn Il/elle/on aurait commencé
wij zouden begonnen zijn nous aurions commencé
jullie zouden begonnen zijn vous auriez commencé
zij zouden begonnen zijn ils auraient commencé
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Begin! Commencez